Vanaf nu kunnen scholen en kinderopvangorganisaties ook bij ons terecht voor advies, begeleiding en hulp bij het realiseren en onderhouden van een moestuin! Tom is namelijk sinds kort officieel moestuincoach. 

Op de foto het bijbehorende certificaat, uitgereikt door IVN, VELT en Jong Leren Eten. Tom: “en het boekje links op dezelfde foto is de belangrijkste reden dat ik deze opleiding ben begonnen.”

Het boek ‘Last Child in the Woods’ van Richard Louv. Over de zorgelijke trend dat steeds minder kinderen (en volwassenen) in contact staan met natuur. Hij noemt dit de nature-deficit disorder. Oftewel…een natuurtekortsyndroom.

Vanuit verschillende perspectieven wordt wetenschappelijk onderzoek samengebracht dat aangeeft dat directe blootstelling aan de natuur, essentieel is voor een gezonde ontwikkeling van kinderen en voor de fysieke en emotionele gezondheid van kinderen en volwassenen.

Ik wil daar graag iets in betekenen. Ook als moestuincoach wil ik kinderen weer dichterbij de basis van voedsel en natuur brengen. En zo is het natuurlijk ook een fijne, passende verdieping binnen de missie van Fitgaaf: gezond opgroeien en opvoeden eerlijker maken. Met meer plezier en minder strijd.

Dat zal ook precies de kern zijn als moestuincoach; moestuinieren leuk en gaaf maken!

Via losse workshops, zoals de gastles die ik verzorgde tijdens de opleiding, tot hulp bij (of overnemen van) projectmanagement bij het realiseren van een schoolmoestuin tot hulp bij het onderhouden van de moestuin.

Linksom of rechtsom, enorm veel zin in! Ideeën voor samenwerking? Stuur gerust een bericht naar tomsteffens@fitgaaf.nl.

• Kinderen bij elke stap betrekken. Van aanleg, bouw van moestuinbakken en rekken tot zaaien, verzorgen, oogsten en koken
• Klein en simpel beginnen, met gewassen die een grote kans op succes hebben (om zo de motivatie van de kinderen hoog te houden)
• Zo effectief mogelijk gebruik maken van ruimte, dus ook veel inzetten op verticaal tuinieren
• Moestuinbedden van 80 cm breed (zodat kinderen er van weerszijden makkelijk bij kunnen)
• Zoveel mogelijk hergebruik van materialen (zoals tegels ‘flippen’ om verhoogde moestuinbedden te maken waar de kinderen makkelijker bij kunnen
• Zoveel mogelijk werken vanuit permacultuur-principes: weinig onderhoud, creëren mini-ecosystemen.